GRAZENDE GEITEN

Bericht 8

                Ik heb alweer een tijd niets van me laten horen (eigenlijk: laten lezen). Een van de redenen daarvan is dat ik het nogal druk heb gehad met veel dingen, onder andere mijn belastingpapieren. Ook neemt het voorbereiden van een lezing, die ik eind juni op het Festival de Cyclotourisme (Festival du voyage lent) in het zuid Franse plaatsje le Caylar moet houden nogal wat tijd.
‘Moet’?
Nee, ik moet natuurlijk niets, behalve dan dat invullen van die ellendige belastingpapieren, maar in een onbewaakt moment heb ik ‘ja’ gezegd op de uitnodiging die ik voor die lezing kreeg. Dat was een moment van grote zelfoverschatting. Het is natuurlijk wel fijn als je een paar woordjes Frans kent, wanneer je voor een zaal Fransen staat te vertellen over 50 jaar reizen per fiets over de wereld. Dus moest ik mijn woordenboek N-F voor de dag halen

            In tegenstelling tot de lezingen die ik altijd in Nederland hield en waar ik steeds met de auto heen ging, ook om een stapel boeken voor de verkoop mee te nemen, wil ik op dat festival, om in de sfeer te blijven, op de fiets verschijnen. Daar kan ik dus geen boeken meenemen, wat niet uitmaakt, want die zijn allemaal in het Nederlands geschreven en er is daar natuurlijk geen toeschouwer die Nederlands leest. Dus geen gesjouw, afgezien dan van de normale bepakking, die al genoeg gesjouw waarborgt. En ook zo’n reis kost tijd, niet alleen om te maken, maar ook om voor te bereiden.

            Door al dat gedoe heb ik helaas mijn blog, en dus ook u, trouwe lezer, wat verwaarloosd. Om dat goed te maken hier een verhaaltje over mijn reis naar het zuiden, een andere reis naar het zuiden dus dan die ik deze zomer naar le Caylar ga maken. Ja, ik ga vaak naar het zuiden, naar de zon en de warmte, want bewolkte hemels hebben een deprimerende invloed op mij en koude heeft mijn voorkeur ook niet. Dus vol goede moed trekken we verder richting donker Afrika, dat gelukkig vaak flink door de zon verlicht wordt.

            Ik was blijven steken ergens tussen Rabat en Casablanca en daar neem ik de draad weer op. In Casablanca haalde ik mijn visum voor Mauretanië, waarna ik van de kust af boog. Twee dagreizen naar het zuiden kwam ik bij de prachtige waterval van Ouzoud, waar ik al meerdere malen geweest was, maar ook deze keer was die weer mooi, hoewel het er nogal druk was, eigenlijk alleen van Marokkaanse toeristen.

Foto 105: De waterval van Ouzoud.
Foto 106: De waterval met nogal wat Marokkaanse toeristen vanaf een heuvel genomen. Over een voetpad kun je naar boven klauteren, behalve als je al boven bent, maar dan kun je naar beneden lopen. In beide gevallen een mooie wandeling, waarbij je langs nogal wat restaurantjes komt. Volop tajine en andere lekkernijen, dus.
Foto 107: Hier zo’n restaurantje. Die ronde broodjes druipen van de olie, waarin ze zojuist gebakken zijn. Met wat zout of suiker er op zijn dat, indien ze vers uit de hete olie komen, grote delicatessen. Na een dag kun je er een auto aan optakelen, maar met wat extra suiker blijven ze toch smakelijk. In Nederland, op markten, betaal je er al gauw een euro per stuk voor, maar hier kun je je er voor een euro misselijk aan eten. Beter dus maar voor een halve euro oliekoeken eten en de rest in een plastic zakje meenemen voor onderweg.

Van Ouzoud reed ik de Moyen Atlas in, waar ik weer een serie aardige plaatjes schoot.

Foto 108: Een kashba (versterkt dorp) in de Moyen Atlas.
Foto 109: En nog zo’n kashba, niet geheel meer intact, maar toch nog gedeeltelijk bewoond. Erg pittoresk in de zomer en in de winter waarschijnlijk ook wel, maar dan hoogstwaarschijnlijk toch een beetje killetjes.
Foto 110: Op een wandeling door de Moyen Atlas. Die rechte lijn onder, die op een spoorlijn lijkt is een irrigatiekanaaltje. Met de trein kom je hier niet, maar per fiets en te voet kom je vrijwel overal.
Foto 111: In dit dorpje werd ik bij mensen binnen uitgenodigd voor de thee.
Foto 112: Bij de mensen thuis.
Foto 113: Weer op weg met mijn fiets, kwam ik in een ander dorpje langs de plaatselijke fietsenmaker. Gelukkig werkte alles aan mijn fiets nog prima, behalve het licht. Aangezien ik nooit in het donker rijd, had ik ook geen licht op de fiets en het voordeel daarvan is, dat het dan ook niet kapot kan gaan. Ik kon dus met een gerust hart deze ‘Tempel der Mechanische Techniek’ voorbij rijden, wat ik ook deed.
Foto 114: Grazende kamelen in de Marokkaanse ‘groene weiden’.
Foto 115: En grazende geiten boven in de niet zo groene bomen.
Foto 116: Nog meer geiten die het hogerop zoeken.
Foto 117: Vrijwel alles groen om me heen, voornamelijk mijn tent.
Foto 118: Mooi plaatje in de Anti Atlas.
Foto 119: Voor mijn tent, op een koude ochtend onder een sombere hemel in de Anti Atlas.
Foto 120: Gelukkig klaarde het weer snel op, zodat ik een flinke wandeling kon maken in de schitterende kloof bij het dorpje Amtoudi.
Foto 121: Kashba bovenin de canyon.
Foto 122: Zelfde kashba, maar onder een ander hoek genomen, waardoor hij er weer geheel anders uit ziet.
Foto 123: Zelfde kloof maar ook deze van een andere kant bekeken. 
Foto 124: Tot besluit nog oog voor detail: stekelige cactussen tussen rotsen. Wie telt de stekeltjes?
Foto 125: Na deze wandeling trok ik weer voort op mijn aluminium kameel.

En daarover de volgende keer.