GIGANTISCHE DWERGEN.

Bericht 6.

In La Garde-Guérin, waar ik vorige keer over schreef, pikte ik, na mijn klauterpartij op die vierkante toren, nog even een aardige ruïne mee. Daarna vervolgde ik mijn tocht over een prachtige bochtige weg naar Genolhac.

Foto 1: Een ruïne als toegift bij mijn bezoek aan La Garde-Guérin.
Foto 2: De prachtige route van La Garde-Guérin naar Genolhac

In Genolhac twijfelde ik of ik de supermarkt in zou gaan. Veel had ik niet nodig want ik had al een blik bonen voor het avondeten, maar ik overwoog om mij de luxe te veroorloven een blik bier te kopen. Ik probeer namelijk al enkele jaren om alcoholist te worden en wel in de hoop zo mijn cola-verslaving weg te drukken met een andere verslaving, dus met bier. Met tweemaal 0,33 liter per week is dat tot op de huidige dag helaas nog niet gelukt. Experts menen dat mijn streven op deze manier dan ook gedoemd is te mislukken. Daar is sterker spul voor nodig, menen zij en ook kwantitatief moet er op dat gebied heel wat meer gebeuren. Zo eenvoudig wordt je geen alcoholist! Tijdens mijn fietsreizen ben ik dus nog steeds niet van een blikje van 0,33 liter cola per dag af.

            Na enige twijfel, wel naar binnen om zo’n blik te kopen of gewoon doorrijden op zoek naar een camping of een mooi plekje voor de tent in het wild, besloot ik er deze avond toch maar een paar centen tegenaan te gooien in mijn strijd tegen de cola. En dus parkeerde ik mijn fiets voor de supermarkt en liep naar binnen op zoek naar de drankafdeling. De keuze van het bier is voor mij nooit een probleem, ook al worden er 250 verschillende merken aangeboden. Voor mij als bierbarbaar smaken ze alle hetzelfde. Dus gewoon het goedkoopste. Ik was dan ook vrij snel klaar, maar nam ook nog en passant een stel tomaten, sinaasappelen en appels mee, want met al dat alcohol moet je de vitamines niet vergeten. Terwijl ik de zaak uitliep hoorde ik plotseling: “Bonjour Frank!” Tot mijn grote verbazing kwamen daar juist Michel en Marie-Pascale de supermarkt binnen. Ik had ze vorig jaar op een camping in Zuid Frankrijk aangesproken om te vragen of het een rustige camping was, waarop Michel me antwoordde dat hij ’s nachts snurkt als een olifant, zodat ik het wel kon vergeten om die nacht te slapen. De man bleek een groot gevoel voor humor te hebben en dus zette ik mijn tent naast de hunne. Ze brachten hun vakantie dat jaar in Zuid Frankrijk door, de plek waar Michel zijn jeugd had doorgebracht en waren van plan later die zomer naar Zuid Spanje te gaan, waarheen ik ook op weg was. En zo arrangeerden wij anderhalve maand later een rendez-vous in Malaga. Daar nodigden ze me uit om eens bij hen thuis in Normandië te komen logeren, maar daar was het nog niet van gekomen.

            Deze keer liep ik ze dus zomaar tegen het lijf in Genolhac, waar Marie-Pascale oorspronkelijk vandaan kwam. Ze zaten daar in haar ouderlijk huis van vroeger. En daar nodigden ze me meteen uit de nacht door te brengen.

            En zo had ik, dankzij mijn verwoede, maar toch te zwakke pogingen om alcoholist te worden, zomaar een luxe en comfortabele overnachting te pakken benevens een gezellige avond, waarop ik een heel wat smakelijker maal kreeg voorgeschoteld dan mijn blik bonen, terwijl ik met een mij aangeboden flesje van 0,33 liter bier toch nog aan de slag kon om mijn colaverslaving te bestrijden. Het toeval had weer eens een handje geholpen, want als ik die supermarkt niet was binnengelopen had ik Michel en Marie-Pascale misgelopen.

Foto 3: Op weg van Genolhac naar Florac.

In Florac plaatste ik de volgende dag mijn tent op een camping en maakte de dag daarna een flinke wandeling omhoog naar de Causse Mejean, een golvend, verlaten, vrij kaal en indrukwekkend plateau dat doorsneden wordt door prachtige kloven, waaronder de Gorges du Tarn. Op die klim voerde het smalle bochtige pad mij langs tot de verbeelding sprekende rotsformaties.

Foto 4: Tot de (in ieder geval míjn) verbeelding sprekende rotsformatie.
Foto 5: En nog zo’n bijzondere rots, waarop je je fantasie de vrije loop kunt laten gaan. Ik zag er twee dinosaurussen in, die op het punt staan elkaar in de haren (schubben?) te vliegen. 

Het pad liep, eenmaal boven, verder langs de rand van het plateau. Van daar had ik steeds fraaie uitzichten op schots en scheve rotsen langs de flank van de berg. Ik zag daar nog meer stenen monsters, forten, reuzen en gigantische dwergen.

Foto 6: Een dwerg van tientallen meters met in de diepte Florac.
Foto 7: Een fort van reuzen.
Foto 8: Zie er maar in wat je fantasie je ingeeft. Je zou er zelfs een rots in kunnen zien.

In een smalle kloof tussen geweldige rotsen zaten spijkers in de wand, waartussen kabels gespannen waren. Die zogenaamde Via Ferrata (IJzeren weg) was aangebracht voor mensen die er lol in hebben om aan een draadje tussen hemel en aarde te bengelen. Als je je stevig vasthoudt heb je een redelijke kans zo’n klauterpartij te overleven. Dus voor ieder wat wils.

Foto 9: Kabeltjes waarlangs je een leuke tocht kunt maken als je niet gehinderd wordt door hoogtevrees.

Ik overleefde de wandeling, mede door het feit dat ik die kabeltjes en beugeltjes liet voor wat ze waren en met beide benen op de grond bleef, maar fietste de volgende dag wel met een geblesseerde knie. Blijkbaar was ik te energiek omhoog geklauterd naar dat plateau. Als je geen 25 meer bent moet je je blijkbaar zo nu en dan een beetje ontzien, iets wat mij niet altijd even makkelijk af gaat.

            Mijn tocht voerde mij na Florac door de beroemde Gorges du Tarn, waar ik ook weer reuzen, beren en uit de kluiten gewassen trollen zag, allemaal gelukkig van steen, zodat ze niet verschrikt wegrenden als ik mijn fototoestel tevoorschijn haalde en ik ze dus rustig kon fotograferen. De weg wrong zich langs imposante rotsen en door smalle, gelukkig erg korte tunneltjes, dus er was weer veel te zien en te genieten, te meer daar het mooi weer was. Ik heb deze gorge ook wel eens gereden onder zware bewolking en dan is er een stuk minder aan. Nu was het een 5-sterrentocht.

Foto 10: In de Gorges du Tarn.
Foto 11: Smalle weg door de Gorges du Tarn. Hier blijkt weer dat je op zo’n route beter bent met een fiets dan met een auto, want als je in een mooie glimmende machine rijdt, kun je hier niet stoppen om eens rustig te kijken en een foto te maken. Dan moet je op de mooiste plekjes doorrijden omdat je anders het risico loopt een hoop geïrriteerd getoeter van collega-automobilisten te krijgen: “Doorrijden, kerel! We hebben niet eeuwig de tijd!!”
Foto 12: Een van de aardige tunneltjes in de Gorges du Tarn.
Foto 13: En nog een tunneltje, hier met een kabouter er boven.

’s Avonds zette ik, na deze mooie dag, mijn tent op de camping van Le Rozier en ging mij vervolgens in een restaurantje te buiten aan een pizza. Deze keer met een  glas sinaasappelsap er bij, want met die bierverslaving werd het toch niks. Ik ging maar weer een andere verslaving ter vervanging van cola zoeken: pepermunt en menthol. Hopelijk zou ik daar meer succes mee hebben.

Tot besluit van deze aflevering van mijn digiton groot nieuws (althans voor mij en hopelijk ook voor u):

Afgelopen vrijdag 16 oktober is mijn boek ‘De magische vijfduizendmetergrens’, een avontuurlijke reis door Argentinië, Chili, Bolivia en Peru, naar de drukker gegaan.

Rond half november zal het boek, als alles naar wens verloopt en de drukker niet onder de zware druk van al dat drukwerk bezwijkt, in de boekhandel liggen.

Te elfder ure besloten de uitgever en ik om de kleur van de rand om het omslag van geel naar groen te veranderen. Het omslag zal er dus zo uitzien:

De Magische vijfduizend metergrens

Foto 14: Omslag van mijn in november te verschijnen boek.

Tot de volgende aflevering van mijn digiton ‘Frank in Frankrijk’.

2 antwoorden op “GIGANTISCHE DWERGEN.”

  1. Geweldig leuk en boeiend verslag Frank! En idd laat dat bier maar voor wat het is. Met cola en jus de orange reis je al jaren over deze prachtige aardbol. Prima 👍🏼

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.