De magische vijfduizendmetergrens.

Een paar dagen geleden fietste ik over de Col du Vam van 4800 cm boven zeeniveau, de reusachtige Vamberg in Drenthe. Helaas had ik geen camera bij me om die grote gebeurtenis fotografisch vast te leggen, maar ik ga er binnenkort nog eens op expeditie naar toe en dan vergeet ik mijn fototoestel niet, zodat ik mij daar boven kan laten vereeuwigen.
Tussen het maken van zulk soort fietstochtjes, ben ik de laatste maanden na mijn terugkeer uit Afrika, eind februari, druk bezig geweest met het afwerken van een boek over een fietsreis door Zuid-Amerika. Op die tocht kwam ik over de Abra Anticona, een Andespas van vergelijkbare hoogte hoewel die c voor de m ontbrak. Te vergelijken zijn die twee passen dus wel omdat de cijfercombinatie nagenoeg gelijk is, alleen dat c-tje maakt het verschil. Het Zuid-Amerika-manuscript manuscript, waar ik, met onderbrekingen voor fietsreizen, al ruim een jaar mee bezig ben, is bijna klaar. Ik hoop het binnen een paar dagen in te leveren bij de uitgever, (Uitgeverij Elmar), die er zoals elke keer weer een fraai verzorgd boek van maakt met vele kleurenfoto’s. Volgens de planning komt het in het najaar uit, op tijd voor Sinterklaas, die het u dan kan schenken. De titel luidt, zoals de kop van dit bericht al doet vermoeden: ‘De magische vijfduizendmetergrens’, met als ondertitel: ‘Een avontuurlijke reis per fiets door Argentinie, Chili, Bolivia en Peru’.
De uitgever is al druk in de weer geweest om met een van mijn foto’s een mooie voorkaft te maken en heeft ondertussen ook een achterflap-tekst voor het boek geschreven, met nog een foto van mij er bij. De complete kaft (voor en achter) van het boek treft u boven dit bericht aan en verder voeg ik een korte passage uit het manuscript toe (Ik was daar al twee dagen onderweg van de bewoonde wereld en had er nog vijf te gaan voordat ik weer bij een winkeltje kwam):

Op de derde dag van deze cordilleradoorsteek begon het weer rond het middaguur te betrekken. Het kale, bergachtige maanlandschap, dat mij tot hiertoe, samen met het zonnige weer, een gevoel van grote vreugde had geschonken, begon nu met de donkere hemel erboven, een grimmige en sinistere sfeer op te roepen. Om half twee stak de gevreesde wind op, een koude noordooster, die ik schuin tegen had, waardoor het fietsen werd gedevalueerd tot een onplezierig en moeizaam getob. Waar de weg serieus begon te stijgen, hield ik het voor gezien. Fietsen moet leuk blijven en aan die voorwaarde werd onder deze condities niet voldaan. Ik liet mijn blik in het rond glijden tot hij een eind naar links op een kleine rotsheuvel bleef rusten, die boven de kale vlakte uitstak. Vermoedelijk zou ik daarachter redelijk uit de wind staan en daarom duwde ik mijn fiets in die richting wat nogal moeizaam ging vanwege mul gruis en zand. Het bleek inderdaad een prima plekje te zijn, maar juist had ik de tent overeind of er klonk in de verte een donderslag, waarna er een eind naar het oosten een flinke onweersbui viel. De bui duurde niet lang en waar mijn tent stond, bleef het zelfs droog, maar met dit korte onweer was de wind naar het zuiden gedraaid, zodat mijn tent nu plotseling enorm op de tocht stond. Het zeil flapperde wild heen en weer, als de vleugels van een kip, die in paniek voor een aanstormende fiets het hazenpad kiest. Toen ik de tent uit kwam om de scheerlijnen stevig aan te trekken, zag ik tot mijn verbazing dotten ijzervijlsel aan het magneetje van mijn kilometerteller hangen. Het leek me sterk dat iemand op deze afgelegen plek en nog wel een flink eind van de weg, met een vijl een stuk ijzer te lijf was gegaan. Nader onderzoek van het zand wees uit dat het vol zat met heel kleine deeltjes ijzer. Waarschijnlijk zat de aarde hier, zoals overigens op veel plekken in de Cordillera, vol met mineralen en was het ijzererts hier erg hoogwaardig. Terwijl ik, opgedreven door de harde koude wind, de haringen nog wat vaster in de grond sloeg, vroeg ik me af of op deze plek ooit geologen hadden rondgekeken. Stellig niet, want anders was hier waarschijnlijk een enorme ijzermijn geweest. Later in mijn tent overdacht ik de mogelijkheid om een grote lening te sluiten, hier een flink stuk land te kopen en daar zelf zo’n ijzermijn te beginnen. Dat soort successtories had ik wel eens gelezen in romans en gezien in films: eerst een hoop ellende en schulden en dan de doorbraak naar succes. Als zoiets mij zou lukken, lag voor mij een gouden toekomst open. Dan kon ik, na al die problemen van financieringen, bijna-faillissementen, ruzie met bankiers, eindeloze bureaucratische ellende en grote tegenwerking van kapers op de kust die mij mijn mijn wilden ontfutselen, de schaapjes op het droge krijgen. En dat zou geweldig zijn, want dan kon ik eindelijk doen wat ik graag wilde: onbezorgd met mijn fiets de wijde wereld intrekken… Maar dat deed ik nu al, dus al dat gedoe met een ijzermijn was niet nodig!! Met die mooie gedachte sliep ik tevreden in.

‘De volgende ochtend was het weer zonnig, maar wel erg koud i.v.m. de hoogte van circa 4000 meter.’

Houdt mijn website in de gaten en natuurlijk ook de boekhandel, voor wat betreft het te verschijnen boek!

                                                                                               Frank van Rijn.