De Afrikaanse Toren van Babel

Bericht 3

Van Kitale, waar ik de vorige keer tussen de ananassen ben blijven steken, vervolgde ik mijn reis in noordelijke richting. Niet ver buiten Kitale kwam ik langs het Tinga Tealand Hotel, dat geen hotel is, maar een eethuisje. In deze contreien wordt zo’n eetgelegenheid ‘Hotel’ genoemd, maar overnachten kun je er niet. Voor mij was het bijzondere van dit ‘hotel’ dat de eigenaar een naamgenoot is van een goede vriend van mij, die ik in 1975 ben tegengekomen op de Col d’Aubisque in de Pyreneeën. Hij reisde op een bromfiets heel Frankrijk af en ik deed dat uiteraard op mijn fiets. We wisselden adressen uit en hebben sindsdien altijd contact gehouden. 

Foto 1: Bijna een halve eeuw na die ontmoeting stond ik met mijn zoveelste fiets, nu een Santos, voor het restaurantje van die Keniaanse naamgenoot van mijn vriend. 

Die ‘handsokken’ om mijn polsen heb ik niet aangetrokken om stoer te lijken maar om mijn handen en armen te beschermen tegen teveel zonnestralen. 

Foto 2 : Mister Tinga in zijn etablissement. De grote ronde plastic doos zit vol met zelfgebakken koeken, waarvan ik er een paar als additioneel ontbijt nam. 
Foto 3: In het plaatsje Kapenguria, enkele kilometers van klimwerk verderop, was het verkeer erg druk. Interessant om te zien hoe de zijkanten van de weg zijn weggespoeld in de regentijd.
Foto 4: Nog iets verder bereikte ik het hoogte punt van de weg op ongeveer 2230 meter. Daar stond dit waarschuwingsbord naast de weg: ‘Vertraag en schakel in de juiste versnelling.’  

Hier voorbij volgde een lange steile afdaling vanaf het groene hoogland naar de hete droge savanne. Vrachtwagens sukkelen hier in de eerste versnelling omlaag om niet door de remmen heen te schieten, maar met een fiets haalt die truuk niets uit. Dan is de enige mogelijkheid om de snelheid in toom te houden: puur mechanisch remmen, waardoor de velgen na een tijdje gloeiend heet worden. Dan moet er zo nu en dan halt gehouden worden om de velgen te laten koelen. 

Lager kwam ik weer in cactusland en vooral door doornland. 

Foto 5: Grote cactussen.
Foto 6: Doorns, de grote vijanden van de banden.
Foto 7: Forse termietenheuvels. Geen vijanden van de banden en de fiets, maar je moet er niet tegenaan rijden want ze zijn zo hard als beton. 
Foto 8: Een cowboy met zijn koeien.

Dicht bij het gehucht Marich Pass bevindt zich het Field Studies Center. Daar kon ik een bungalow huren voor de nacht. Mijn vrees dat het volgeboekt zou zijn voor de kerstnacht (het was 24 December) bleek ongegrond. Afgezien van de beheerder, zijn vrouw en een hulp was er geen mens.

Foto 9: Mijn bungalow.
Foto 10: De rivier pal achter het Field Studies Center.

Op eerste kerstdag maakte ik een ritje zonder bagage in de omgeving. Daarbij kwam ik langs meerdere termietenheuvels. Die ‘kastelen’ fascineren me elke keer weer. 

Foto 11: Ziehier zo’n termietenburcht. Als je bedenkt dat die nijvere bouwertjes 1 a 2 mm groot zijn, realiseer je je pas wat een geweldig bouwwerk dit is en wat een enorme bouwkundige prestatie het geweest is om deze ‘Toren van Babel’ neer te zetten.

Even rekenen, ik kan het weer niet laten: het zadel van mijn fiets staat ongeveer een meter boven de grond. Dan is deze toren, geextrapoleerd, dus ongeveer 3,5 meter hoog. Dat is dus 3500 mm / 2 mm = 1750 termieten in de lengte bovenop elkaar. Voor ons zou dat in verhouding 1750 x 1,75 m (gem. lengte van een mens) = 3063 meter zijn, dus een gebouw van ruim 3 kilometer hoog!! De Toren van Babel was prutswerk in verhouding tot wat deze beestjes hier hebben neergezet.

Foto 12: Alsjeblieft : een nog hoger termietenkasteel. Reken het nu zelf maar uit.

Terug bij het Field Studies Center zag ik een paar grote botten tegen een muurtje staan. 

Foto 13: Deze botten zijn niet van koeien of paarden geweest. Hier hebben in een grijs verleden dinosaurussen rondgelopen.
Foto 14: Deze kameel (of dit kameel? Welke neerlandicus helpt? Er worden helaas geen boeken verloot onder de goede inzenders) is ook geen kleintje maar zou nog niet tot een derde reiken van zo’n dino uit de oertijd en aangezien het gewicht van zo’n beest met de derde macht van zijn afmetingen toeneemt zouden er dus 27 kamelen in één dino gaan. 

Om bij de Turkwel Gorge te komen sloeg ik 2 km voor het plaatsje Kainuk linksaf op een smal asfaltweggetje. 

Foto 15: Na een kilometer of zes over dat weggetje gereden te hebben kwam ik bij het dorpje Sarmach, waar ik een mooi, rustig resort vond: Simunas Cottages and campsite. 
Foto 16: Ikzelf relaxed voor zo’n cottage. Van de eigenares kreeg ik zelfs een T-shirt met de naam van het resort er op: Simunas 
Foto 17: Het winkeltje van Sarmach met de eigenares van het resort er voor. Hier verkocht ze door de vrouwen van het dorp gemaakte armbanden halsbanden en andere souvenirs. De opbrengst was/is voor de gemeenschap van het dorp. 
Foto 18: Wat later leidde Sarah, de dochter van de eigenares me rond door het dorpje Sarmach. 
Foto 19: Aangezien het tweede kerstdag was waren de meeste mensen op hun paasbest gekleed, vandaar al deze vrolijke kleuren. 
Foto 20: Nog meer kleuren
Foto 21: En nu nog een verlate, maar daarom niet minder gemeende, kerstgroet. 

Om bij de stuwdam in de Turkwel river en de Turkwel Gorge te komen moest ik verderop een flink stuk klimmen, maar die klim bewaar ik voor bericht 4, want anders laat dit bericht (3) nog langer op zich wachten. Sommige volgers worden waarlijk ongedukdig en sturen mij dwingende mails met: “Waar blijft nu toch blog 3?” en: “Beleef je daar in Afrika zo weinig?” Daarom heb ik vandaag een rustdag genomen, zodat ik eindelijk bericht 3, dat al een eind gevorderd was, af kan maken. Maar vanochtend heb ik eerst een flinke wandeling langs mooie rotsbergen gemaakt, want als je op fietsreis bent, kun je niet zomaar een hele dag stil zitten….. vind ik. Bijna kwam bericht 3 daardoor nog in het gedrang, maar gelukkig heb ik de wandeling niet overdreven.

En nu is bericht 3 dan toch eindelijk….eindelijk…. KLAAR!