BIZARRE ROTSEN EN EVEN BIZARRE BEELDEN

Bericht 8

Vorige week vond in Utrecht de jaarlijkse Fiets- en Wandelbeurs plaats. Zo jaarlijks was die de laatste jaren echter niet meer vanwege de coronaepidemie, maar nu was hij er dan na twee jaar afwezigheid toch weer. Op die beurs was veel te zien zoals fietsen, wandelattributen en toeristische informatie over landen en gebieden. Ook stonden er lezingen op het programma. Op elk van de beursdagen 24, 25 en 26 februari hield ik een lezing over mijn kort geleden uitgekomen boek ‘Een duizend meter hoge kerstboom’, dat gaat over een fietsreis door Centraal Amerika.

“Maar hoe kan dat nu?” zullen sommige lezers zich afvragen. “Je zat toch aan de Mekong met uitzicht op Thailand, waar je naar toe zou gaan om je fietsreis te vervolgen?”

Dat klopt, maar zoals gewoonlijk lag ik met mijn verslaglegging weer eens een stukje achter op mijn reis. Ik heb altijd het goede voornemen om ‘bij te blijven’ met mijn blog, maar blijkbaar schrijf ik te langzaam…. of fiets ik te snel.

Hoe het ook zij, ik zit nu in Drenthe in de kou, maar in gedachten en ook wat mijn blogverhalen betreft ben ik dus nog steeds in het warme Laos aan de Mekong, waar mijn vorige bericht eindigde. En daar ga ik weer verder om mijn Zuidoost Azië reis af te maken. Een sprong in plaats en tijd…. en in temperatuur!!

Bij Savannakhet reed ik de Mekong-brug over naar Thailand…… in een bus!! Verplicht smokkelen!Om de een of andere merkwaardige reden is het verboden om met een fiets of wandelend over die brug te gaan. Misschien zijn de autoriteiten bang dat fietsers halverwege de brug met fiets en al over de reling springen omdat de hitte of het moeizame getrap op de pedalen hen te veel wordt, maar het kan ook zijn om de pendelbusmaatschappij een paar centen aan voetgangers en fietsers te laten verdienen. Ik moest 40 minuten wachten op de bus, de bagage afladen en mijn fiets en spullen in het ruim onderin de bus laden. En dat voor anderhalve minuut meerijden! Onnozel gedoe!

Na deze busreis laadde ik de bagage weer op de fiets en reed naar het douanekantoor voor een nieuw stempel in mijn pas, goed voor nog eens 45 dagen Thailand.

Zo’n 35 km naar het zuidoosten bezocht ik het Phu Pha Thoep Nationaal Park. Die naam is enigszins misleidend. In onze oren klinkt die als een soort speelpark voor kleuters, maar in plaats daarvan zijn er grillige en tot de verbeelding sprekende rotsformaties te zien. Ik ben er vijf jaar geleden ook al geweest, maar die verzameling merkwaardig geërodeerde rotsen is interessant genoeg om een tweede bezoek te rechtvaardigen.

Foto 1: Paddenstoelrots in Phu Pha Thoep Nationaal Park
Foto 2: Aardig doorkijkje.
Foto 3: Nog een bijzonder plaatje. Lijkt wel een driepersoonspet.

Ik kampeerde die nacht op het campinkje van het park waar verder niemand was en liet me de volgende dag met fiets en al door een parkemployé fotograferen met een rots achter me die nog fotogenieker was dan ikzelf, voor zover dat mogelijk is.

Foto 4: Ikzelf met een prachtige rots achter me of bescheidener uitgedrukt: Een foto van een prachtige rots terwijl ik (hinderlijk?) in de weg sta.
Foto 5: Vijf jaar geleden liet ik op diezelfde plek een soortgelijke foto maken. Zoek de verschillen.         Zo te zien heeft de rots de tijd goed doorstaan en ik ook.
Foto 6: Een rots als de kop van een krokodil. Zie het loerende oog bovenop.     
Foto 7: En nog een paddenstoel die in slechts een paar tientallen miljoenen jaren als een           paddenstoel uit de grond is geschoten.

Iets heel anders dan die verzameling vreemd gevormde rotsen was Wat Pha Nam Thip Thep Prasit, waar ik anderhalve dag later arriveerde. ‘Wat’ betekent tempel en Pha Nam Thip Thep Prasit is de naam van die tempel.

Foto 8: Wat Pha Nam Thip Thep Prasit. Een flinke naam voor een flinke tempel! 

De tempel, gelegen boven op een heuvel blonk in het zonlicht. Alles was mooi, puntgaaf en gloednieuw, zo nieuw zelfs, dat menig beeld nog half ingepakt zat.

Foto 9: Een van de nog gedeeltelijk ingepakte ‘dragers’ van de tempel.
Foto 10: Een uitgepakte drager. Die ziet er alweer een stuk plezieriger uit, hoewel…… als je hem in             levende lijve in een schemerig bos zou tegenkomen …..  
Foto 11: Van binnen zag het er ook allemaal mooi uit. De donatiebrandkasten stonden uitnodigend       klaar om de kosten van de bouw er weer uit te halen.
Foto 12: De keurig aangelegde tuin, die 360 graden rond de tempel ligt, van boven gezien.

Een andere, sterk van deze Wat verschillende, maar niet minder gave, tempel is Wat Pa Non Sawan daar niet ver vandaan. Deze bizarre ’tempel’ deed denken aan de Efteling. Vijf jaar geleden was ik daar ook al, maar omdat het zo’n aardige bezienswaardigheid is en hij niet al te ver uit de route lag, kon ik het niet laten er nog eens te gaan kijken.

Foto 13: Toegangspoort tot Wat Pa Non Sawan.
Foto 14: In de tuin van Wat Pa Non Sawan. Een dikke Boeddha achter twee vreemde vogels.
Foto 15: Wachters bij de ingang van de ’tempel’.
Foto 16: De ingang van de tempel. Alsof je het hol van de leeuw betreedt.

In de tuin was een Jeroen Bosch-achtige onderwereld te zien, waar een waarschuwing vanuit ging: Wees braaf, want anders gaan ze hier met je aan de slag!

Foto 17: Pas op! Doe hier op aarde geen vervelende dingen, want anders…..!!
Foto 18: En zo kan het ook.
Foto 19: Je raakt niet  uitgekeken in die tuin!

Tot besluit van deze aflevering van mijn bijna eeuwigdurende digiton een vrolijkere foto, nr 20.

Foto 20: Een set flinke naga’s die mijn fiets bewaakten toen ik door de Jeroen Bosch-tuin rondliep.

Volgende keer een ontmoeting met oude bekenden.

En dan nog een aankondiging: Op Woensdag 22 Maart houd ik een lezing in Kasteel Cannenburgh te Vaassen (Gld) over mijn reis door Centraal Amerika en het boek ‘Een duizend meter hoge kerstboom’, dat ik daarover schreef.

Aanmelding is noodzakelijk via  frankvanrijnlezing@gmail.com

Via die e-mail komt u dus niet bij mij terecht maar bij de organisator.

De lezing is onder voorbehoud dat er voldoende bezoekers komen. Vandaar die verplichte aanmelding.

Hopelijk tot ziens in Vaassen.

Frank van Rijn