NOSTALGIE EN EEN HEILIGE KONING.

Bericht 7

We beginnen deze keer met een klein stukje geschiedenis:

In 1994 was ik op weg naar Portugal. Ergens bij Zaragoza kreeg ik een geweldige inval: “Waarom niet eens naar Corsica en Sardinië? Daar was ik nog nooit geweest, terwijl ik al vele malen Spanje en Portugal had doorkruist. En dus verlegde ik mijn  koers en fietste ik de Pyreneeën weer tegemoet om terug te keren naar Frankrijk en in Marseille de boot naar Bastia in Noord Corsica te nemen. In tegenstelling tot op de heenweg naar Spanje, waarop ik ergens de hoge Pyreneeën was overgestoken koos ik voor de 357 meter hoge (dus lage) Col de Banyuls. Op de afdaling daarvan, aan de Franse kant, kwam ik langs een berg met daar bovenop een communicatie toren uit de tijd van Napoleon: de Tour de Madeloc. Daar was ik vijfentwintig jaar eerder tegenop gefietst met een geleende, wrakkige en van ellende krakende fiets. Het was toen (dus 1969)voor het eerst dat ik in de bergen fietste en het beviel me, terwijl ik zweette als een nijlpaard en mijn kop bonkte als een kerkklok, zo goed, dat ik ervan droomde om op zo’n manier, dus met een fiets, de wereld te verkennen. En die droom is uitgekomen, of eigenlijk: ík heb die droom laten uitkomen. In 1994 was dat dus al een nostalgische route. (Zie hiervoor mijn boek ‘Aan de voet van de Tour de Madeloc’, dat in de eerste druk verscheen onder de titel ‘Vijfentwintig jaar later’).

En nu terug naar het heden (of eigenlijk vooruit naar het heden, want als je terug gaat naar het heden, kom je uit de toekomst. Maar ik dwaal af en dreig weer eens de weg kwijt te raken):

Deze zomer koos ik ervoor om die nostalgische route, nu alweer 29 jaar later en dus 54 jaar na die eerste tocht over te doen. En zo fietste ik via Sorède naar Collioure aan de Middellandse Zee, vanwaar ik de klim richting de Tour de Madeloc begon.

Foto 1: Uitzicht op Collioure vanaf de weg omhoog naar de Tour de Madeloc.
Foto 2: Nu, met een niet piepende, maar robuuste fiets op weg naar de Tour de Madeloc.
Foto 3: Haarspeldbocht in de weg.
Foto 4: Schrijver dezes (ik dus) in een andere haarspeldbocht. Op de achtergrond, bovenop de berg, is nog juist, als een puntje, de Tour de Madeloc te zien.
Foto 5: Tour de Madeloc van dichtbij. Foto uit mijn boek ‘Aan de voet van de Tour de Madeloc.
Foto 6: Op de laatste 10 km naar de pas (de Spaanse grens) was de weg niet geasfalteerd.

In Spanje fietste ik door naar Lago de Banyoles, een meer waar ik in het verleden ook al enkele malen geweest was.

Foto 7: Het Meer van Banyoles. Het mooie van dit meer is niet het meer zelf, maar de omgeving er van. Het meer zelf bestaat slechts uit water, wat overigens bij meer meren het geval is.

Ik wilde het land van de Catharen, ook weer zo’n gebied waar ik lang geleden voor het eerst reed en waaraan ik nog mooie herinneringen heb, nog eens te bekijken en daarom fietste ik over Le Perthus terug naar Frankrijk,

Ten noordwesten van St. Paul de Fenouillet ligt een kleine maar spectaculaire bergkloof: de Gorges de Galamus. Daar loopt een smal kronkelig weggetje langs met een steile, diepe afgrond er naast.

Foto 8: Gorges de Galamus met het smalle weggetje er langs, ‘uitgesneden’ uit de rotswand.
Foto 9: Nog eens de Gorges de Galamus. Op zo’n weggetje blijkt weer eens het voordeel van een fiets boven een auto, want met een auto kun (mag) je hier niet stoppen, zodat je er ook niet even van het uitzicht kunt genieten. Door, door, door, want anders klinkt er agressief getoeter achter je van ongeduldige automobilisten. Met een fiets heb je die problemen niet, hoewel dit weggetje zo smal is, dat je wel goed moet uitkijken waar je je fiets parkeert.
Foto 10: Een plaatje achterwaarts. Gorges de Galamus.
Foto 11: In de canyonwand bevindt zich een klooster, waar je over een voetpaadje naar toe kunt lopen.
Foto 12: Kapel van het klooster in een rotsspleet van de Gorges de Galamus.
Foto 13: Nog een aardige plaat van de Gorges de Galamus.

Een tocht door het land van de Catharen is pas compleet als je ook een kasteel van de Catharen bezoekt. Helaas zijn er alleen ruïnes van hun kastelen over omdat hun opvatting over het christendom niet strookte met die van de paus. In 1229 werd op het concilie van Toulouse besloten dat de Catharen vervolgd moesten worden. Volgens paus Gregorius IX verliepen die vervolgingen niet snel genoeg en daarom richtte hij in 1233 de inquisitie op. Daarmee ging het wat vlotter. Paus Innocentius IV deed er in 1252 nog een schepje bovenop door folteringen tijdens verhoren van Catharen toe te staan. En dat terwijl ‘innocent’ eigenlijk ‘onschuldig’ betekent. Een merkwaardige naam voor iemand van zulke daden! De Catharen werden uiteindelijk uitgeroeid en hun kastelen verwoest.

Vanuit Cucugnan, waar ik mijn fiets met bagage achterliet op de camping, wandelde ik omhoog naar een van die ruïnes: Chateau de Quéribus.

Foto 14: Chateau de Queribus bovenop een scherpe rots.
Foto 15: De ruïne van Chateau de Queribus.
Foto 16: Stenen trap naar de toegangspoort van Chateau de Queribus.
Foto 17: Uitzicht vanaf het hoogste punt van de ruïne. Het draadje rechts in de foto hoort bij de bliksemafleider.

Omdat het kasteel zo hoog op een scherpe rots staat slaat hier bij slecht weer natuurlijk herhaaldelijk de bliksem in. Terwijl ik rondkeek in het kasteel doemde er dan ook plotseling een dreigende onweerswolk uit het niets op en klonk er een flinke donderklap. Dat was even spannend, maar tot groot geweld kwam het gelukkig niet. De bliksemafleider hoefde geen bliksem af te leiden en er viel geen druppel regen.

Foto 18: Op weg naar het pittoreske plaatsje Lagrasse kwam ik door de Gorges van de Torgan.
Foto 19: De oude brug naar Lagrasse.
Foto 20: De abdij Sainte Marie de Lagrasse.
Foto 21: De toren van de abdij.
Foto 22: Mooie platanenlaan op de route naar de Camargue.
Foto 23: Tour Carbonniere, voor mij de toegangspoort tot de Camargue. Je kan er rechts of links langs, maar ook onderdoor, dus door de poort. Dat laatste deed ik om een beetje een middeleeuws gevoel te krijgen. In die tijd bestond de asfaltweg er omheen nog niet.
Foto 24: Uitzicht vanaf de Tour Carbonniere over de Camargue, een waar paradijs voor vogels, zoals hier duidelijk is te zien. Als de foto duizendmaal vergroot zou worden, zou je er best wel een stelletje kunnen ontdekken.
Foto 25: Enkele kilometers verder kwam ik bij de middeleeuwse, geheel ommuurde stad Aigues-Mortes.
Foto 26: In het centrum van dit mooie stadje staat een groot standbeeld van Saint Louis, oftewel Louis IX, die van 1226 tot 1270 koning van Frankrijk was. Een hele tijd, maar hij begon dan ook al koning te zijn op zijn twaalfde. Hij was zo godsdienstig dat hij na zijn dood heilig werd verklaard. Vandaar het predicaat ‘Saint’. Dat hij kruistochten tegen o.a. joden organiseerde zou in deze tijd bij de paus, wat betreft die heiligverklaring, wat vraagtekens kunnen oproepen, maar in de dertiende eeuw dachten pausen soms anders dan tegenwoordig. Die hadden geen TV met gespreksgroepen en keken dus anders tegen de dingen aan dan wij. Om het opschrift op het monument beter te kunnen lezen heb ik de foto wat vergroot. Daarbij is helaas het hoofd van deze heilige koning buitenboord gevallen, maar in de volgende aflevering van mijn digiton zal ik het ontbrekende stukje laten zien.
Foto 27: Tot besluit van deze aflevering nog een plaatje van de binnenstad van Aigues-Mortes.

Nawoord: Deze aflevering is wat later gekomen dan u verwacht (en gehoopt!!) had. Dat is niet alleen te wijten aan mijn hoge traagheid, maar ook aan mijn telefoon waarmee ik de foto’s schoot. Dit superintelligente stuk elektronica wilde opeens de foto’s niet meer afgeven. Bovendien hield WhatsApp, waarmee ik de bij het verhaal horende foto’s naar mijn webmaster verstuur, ermee op. Ik moest deze app updaten (om maar eens dit afschuwelijke woord te gebruiken. Is ‘opdateren’ niet beter Nederlands?) In een woud van mogelijkheden op mijn telefoon raakte ik natuurlijk de weg kwijt. Uiteindelijk wist een knappe bol de beide euvels te verhelpen, waardoor mijn apparaat weer vlotgetrokken werd. Vandaar deze vertraging. Als er zich niet nog meer digitale of andere problemen voordoen, zal bericht 8 niet lang op zich laten wachten.

Tot spoedig. We houden nog steeds goede hoop op een flinke verschijningsfrequentie van mijn blog….

Frank