Niet te snel en niet te langzaam

Eindelijk dan toch weer eens een berichtje op het web. Ik had mij voorgenomen om u regelmatig op de hoogte te houden van mijn belevenissen onderweg, maar het blijkt dat ik het zo druk heb met het beleven van die belevenissen, dat ik geen tijd overhoud voor het schrijven daarover. En als er eens even toch wat tijd over is en er niets te beleven valt, ben ik druk met triviale dingen als het wassen van kleren of het doen van inkopen. 
Maar nu is er opeens tijd voor schrijven. Weliswaar moet er een reus van een was gedaan worden, maar gelukkig is hier geen gelegenheid om kleren te wassen en dat opent mogelijkheden voor een verhaal. 
Vanaf St. Gallen in Zwitserland, waar ik mijn vorige verhaal schreef, vergezelde Hans Koster, bij wie ik logeerde, me door Oostenrijk naar Ljubljana in Slovenië. Daar waren de 50 sigaren die hij bij zijn speciaalzaak had ingeslagen en die een niet onaanzienlijk deel van zijn bagage vormden, op. Voor Hans is een reis zonder sigaren als thee zonder suiker of soep zonder zout en dus nam hij de trein terug naar St. Gallen. Volgend jaar als hij weer een stuk met me meefietst, zal hij 150 sigaren meenemen, zo beloofde hij me. 
Ik vervolgde alleen mijn tocht door Slovenië, Kroatië, Bosnië Herzegovina, Servië en Bulgarije naar Turkije. In plaats van de relatief rustige route over de Dardanellen te nemen, koos ik voor Istanbul, aangezien de vorige keer toen ik daar was, vrijwel alle bezienswaardigheden gesloten waren i.v.m. het einde van de Ramadan. Topkapi vormde het hoogtepunt van die bezienswaardigheden en een groot deel van mijn rustdag liep ik door de tuinen en gebouwen van dit even fraaie als uitgebreide paleizencomplex. De zalen met gouden en zilveren sierraden vol edelstenen deden me niet veel, maar de architectuur was het bezoek dubbel en dwars waard. 
Voor de harem moest je extra betalen, waarom was met niet duidelijk en hoewel de mensen er wild enthousiast over zijn, verwachtte ik er niet veel van. Dat leverde echter de, in dergelijke gevallen gebruikelijke zelfconflictsituatie op: Ik ben nu hier en hoe vaak zal ik me nog door de jungle van zes miljoen auto’s heen wurmen om weer in Istanbul te komen? Als ik die harem laat varen loop ik weer tijden rond met het zelfverwijt dat ik 10 TL (= fl 12,50) heb uitgespaard ten koste van misschien wel het geweldigste dat deze stad te bieden heeft. En dus kocht ik de ticket en sjouwde in een kwartier door een rijtje zaaltjes met weliswaar fraai tegelwerk, maar dat toch weinig toevoegde aan het geheel. 
De harem was dus precies wat ik ervan verwacht had: een verspilling van tijd en geld. Maar was dat vroeger voor de sultans eigenlijk ook niet het geval? In Istanbul zakte ik naar het Zuidoosten af naar mijn favoriete gebied van Turkije: Capadocië met zin grillige pilaren die door een gigant van een kunstenaar uit de heuvels lijken te zijn gehakt. Vier dagen liep en fietste ik er rond vol ontzag voor deze Artiest. 
Daarna verlegde ik de koers iets naar het Noordoosten om een ander bijzonder gebied aan te doen, de Kaçkar bergen niet ver van de Zwarte Zee en de grens van Georgië. Daar maakte ik een lange dagwandeling naar een top van 3500 m en had er, toen ik mijn weg vervolgde spijt van dat ik er niet wat langer was gebleven. Maar een mens maakt zich soms slaaf van een plan en mijn plan was om voor half oktober, wanneer ik weer terug moet zijn in Nederland, Georgië, Azerbeidjaan en Armenië ook nog te bezoeken. En, ik geef het toe, hier maak ik, zoals zo velen, de fout te veel te willen zien en doen in te korte tijd. 
Berlioz, de beroemde Franse negentiende-eeuwse componist schijnt eens vertwijfeld uitgeroepen te hebben: O, als ik maar 130 jaar zou mogen worden! Dan zou ik alles kunnen componeren wat ik wil! Maar helaas, hij haalde amper de helft. Of ik de 130 ga halen weet ik niet, maar ik vrees dat ik na mijn honderdste niet meer zo flitsend over de bergen zal rijden. Weliswaar heb ik (hopelijk!) nog heel wat tijd, maar de wereld is, zoals ik steeds duidelijker ga zien, ook heel erg groot. Ik zal dus naar een optimale reissnelheid moeten zoeken en dat valt niet mee. 
Morgen fiets ik, als alles naar wens verloopt, Georgië binnen, waar ook veel te zien is. Daarom wil ik daar niet te snel en niet te langzaam doorheen trekken, het optimum zo dicht mogelijk benaderend. Als er weer eens weinig te beleven valt (zoals nu, want het regent) en er ook geen teil is waarin ik mijn kleren kan wassen, zal ik u verder op de hoogte houden van mijn belevenissen.
Hanak, Oost Turkije 17 augustus 2007